1. Inspiratie
  2. Ontdek
  3. "Onder de gordel", het nieuwste boek van Guy T'Sjoen

Inspiratie "Onder de gordel", het nieuwste boek van Guy T'Sjoen 5 jaar geleden

"Onder de gordel", het nieuwste boek van Guy T'Sjoen

Toen de Britse kledingwinkel Jacamo in 2015 een – wellicht niet al te wetenschappelijke, maar kom – rondvraag deed onder zijn mannelijke klanten, bleek dat maar liefst drieënzeventig procent van de ondervraagden zijn penis een naam gaf. Daar zaten namen tussen als Troy, Hercules of The Rock, maar Britse mannen lopen net zo goed met een Dave, Jerry of Napoleon tussen hun benen. Iets in mij zegt dat we in Vlaanderen een tikkeltje minder gek doen op dat vlak, maar dat mannen een diepe band voelen met hun lid, dat is wel zeker. Het is ook logisch: we zien hem elke dag, houden hem vast als we moeten plassen en voelen hem gemakkelijk zitten.

Vaak is de man zich bewust van zijn penis, meer dan bijvoorbeeld vrouwen zich bewust zijn van hun vagina. Die moeten er een spiegel bij halen om gewoon eens te kunnen kijken. Maar net zoals bij alle intense relaties kan ook bij de man en zijn jongeheer de grens tussen liefde en haat soms zo dun worden dat de twee moeiteloos in elkaar overvloeien. Nergens, zo lijkt het, zijn mannen zo onzeker over als over hun penis. Te klein? Te dik? Te groot, te dun? Als prille prepuber na het voetbal onder de douche springen in de kleedkamer wordt zo een mentale marteling vanjewelste, want de linksback heeft een flink exemplaar en de spelverdeler heeft er zelfs al haar rond staan.

Die onzekerheid gonst soms nog na tot in de volwassenheid. Ook dan blijven mannen onzeker over hun piemel, en dan vooral de grootte ervan. Laten we dus maar meteen eens kijken wat de wetenschap zegt.

De wetenschap zegt…

… verschillende dingen. De lengtes en diktes van de penis lopen sterk uiteen van studie tot studie. Voor de lengte van de slappe penis worden gemiddelden vermeld van 8,9 tot 10,7 centimeter. Voor stijve piemels schommelt dat tussen de 12,4 tot 16,7 centimeter. Het gaat dan over de lengte van het schaambeen tot het uiteinde van de eikel. Voor de Vlaamse man hanteren we 14 centimeter als hét gemiddelde. Dat betekent dat een penis van pakweg 11 centimeter nog altijd perfect normaal is, net als eentje van 17 centimeter. We gaan het best uit van de lengte in erectie, want de lengte in rust is geen aanwijzing voor die in erectie.

Je hebt mannen met een op het eerste gezicht kleintje dat enorm kan opzwellen in erectie – ik hoor sommige mannen daarvoor de term ‘bloedlul’ gebruiken – en mannen met een stevige ‘vleespenis’ die amper groeit als hij stijf wordt. Daar zit heel veel variatie op en er zijn geen wetenschappelijke criteria voor. Pas als een penis in erectie kleiner is dan zeven centimeter spreken we echt over een kleine penis. En niet van een micropenis, voor alle duidelijkheid. Dat is een specifieke term die we eerder gebruiken voor variaties van de geslachtsontwikkeling, wat we vroeger dus interseks noemden, als de penis het midden houdt tussen een penis en een grote clitoris. Een man met een kleine penis zullen we nooit bestempelen als iemand met een micropenis. En ja, het cliché dat Afrikanen groter geschapen zijn dan Kaukasische mannen klopt. En Kaukasische mannen hebben dan weer grotere penissen dan Aziaten. Volgens de evolutietheorie zou dat te maken kunnen hebben met de temperatuur: een warm klimaat zou de penis en balzak doen uitzetten, een kouder klimaat eerder intrekken. Maar echt sluitend bewijs is daarvoor niet voorhanden. Wat zeker niet klopt, is de associatie met grote handen en voeten. Dat hoor je vaak waaien: mannen met grote handen of voeten, of een dikke neus, zouden ook een grote penis hebben. Daar is vooralsnog geen wetenschappelijk bewijs voor gevonden. Er zijn zo veel individuele verschillen dat je er geen lijn in kunt trekken. Tussen de lichaamslengte van de man en de grootte van zijn penis zijn wel associaties gevonden, maar ook hier is er te weinig hard bewijs dat het ene onlosmakelijk het gevolg is van het andere. Lees: niet elke man van 1 meter 90 heeft per definitie ook een grotere penis, al zit de kans er dik in.

Optisch bedrog

Er is een periode geweest waarin penisverlengingen erg in trek waren. Ook in ons ziekenhuis hebben we ons eraan gewaagd, maar daar zijn we inmiddels mee gestopt. Om de eenvoudige maar ook heel belangrijke reden dat de mannen er nooit tevreden over waren. Penisverlengingen zijn eigenlijk geen doeltreffende behandeling. Het kost veel pijn en moeite en de grootste winst die we konden boeken was een kleine twee centimeter. We kunnen van een erg kleine penis dus nooit een penis van normale lengte maken, zoals je dat bij bijvoorbeeld borsten wel kunt doen. Het is geen kwestie van er gewoon wat vel en weefsel bij te proppen. Voor wie echt een te kleine penis heeft, is de chirurgie helaas ontoereikend. En voor alle mannen die vínden dat hun penis te klein is, maar die eigenlijk min of meer binnen de gemiddelden vallen, is het geen indicatie. Die zouden we vroeger ook nooit geopereerd hebben.

De meeste zogenaamde penisverlengingen waren ook helemaal geen verlengingen, maar puur optisch bedrog. Dan sneed de uroloog bijvoorbeeld een ligamentje door. De penis hangt namelijk met dat ligament vast aan een bot van het bekken. Snij je dat door, dan lijkt hij langer. Maar wellicht de voornaamste reden waarom mannen denken dat ze een te kleine penis hebben, is omdat er wat vet rond of over hangt. Zo ziet die piemel er wel kleiner uit, terwijl een deeltje ervan gewoon verborgen zit. Vooral bij puberende jongens zien we daar veel ongerustheid over. Dan is het gewoon een kwestie van geruststellen. Bij volwassenen kunnen we bijvoorbeeld wat vet wegnemen, zodat er meer van de penis zichtbaar wordt en hij dus ook groter lijkt.

De kromme piemel

Penissen, slap of stijf, komen dus in vele maten voor, maar ook in vele vormen. De ene gaat kaarsrecht omhoog staan in erectie, de andere gaat net omlaag. Er zijn er ook die een zekere kromming maken, maar ook dat is natuurlijk niet per definitie een probleem. Tenzij het echt om een aandoening gaat, namelijk de ziekte van Peyronie. In mensentaal: kromstand van de penis. Hierbij gaat het om een ontsteking van het zwellichaam van de penis, dat daarna geneest met littekenvorming en verkalking. Dat litteken trekt een beetje samen, waardoor de penis krom komt te staan. Ook hierin zijn verschillende gradaties en kromstand hoeft niet noodzakelijk problematisch te zijn. Maar ik zie soms ook mannen bij wie de penis in erectie bijna een hoek van negentig graden maakt. Tja, daar kun je uiteraard niet veel meer mee doen; die mensen moet je helpen. De eerste zes maanden wachten we nog af. Die ontsteking en genezing zijn een proces waar je eerst door moet, om de uiteindelijke ernst van de zaak af te wachten. Er zijn therapieën die je intussen kunt volgen, maar dat lijkt me persoonlijk meer bezigheidstherapie dan iets anders. Vacuümpompen worden al eens voorgeschreven, net als injecties met calciumblokkers, maar er zijn geen aanwijzingen dat die dingen echt helpen. Het is eerst een kwestie van stabiliseren om dan te bekijken of een chirurgische ingreep nodig is. Een ingreep betekent concreet dat we een stukje penis, daar waar het litteken de boel samentrekt, wegsnijden en de penis weer recht plooien. Een klein verlies van lengte is daarbij onvermijdelijk, dus ook dat is iets waar je rekening mee moet houden. En waar we hebben gesneden, kunnen kleine knobbeltjes ontstaan en dat kan ook wat pijnlijk zijn bij het vrijen. Allemaal redenen waarom we er liever afblijven, tenzij het echt te erg is. Ten eerste als het bijzonder onpraktisch is bij het vrijen, of als het pijn doet. Over de oorzaak van Peyronie is trouwens weinig bekend. Ze kan plots ontstaan, zonder duidelijke aanleiding. Bij tieners of jongvolwassenen zien we het niet veel, maar dertigers krijgen het al wel eens. Er is ook een associatie met diabetes. Maar los van zulke uitzonderlijke gevallen is er dus helemaal niets mis met jouw jongeheer. 

Waar het op neerkomt is: elke penis is goed. Of hij nu groot of klein is, krom, slap of stijf, er valt veel plezier aan te beleven. Het is gewoon een kwestie van te accepteren wat je hebt. Er komen wel eens mannen op consultatie van wie de partner dreigt hen te verlaten omdat ze die partner niet seksueel kunnen bevredigen. Maar als je dan doorvraagt, blijkt die zogezegd te kleine penis maar een drogreden, en liggen de echte oorzaken van de dreigende breuk elders. Want toen eerder in de relatie alles nog op wieltjes liep, was die kleine penis bijvoorbeeld helemaal geen probleem. Het is pas als er andere, diepere problemen ontstaan in een relatie dat zulke argumenten op tafel worden gegooid. Ik ben het nog niet tegengekomen dat een te kleine penis dé aanleiding was voor een relatiebreuk.

Onder de gordel – Guy T'Sjoen, uitgeverij Van Halewyck, €21,99, te verkrijgen in de boekhandel.